‘Je moet weten waar deelnemers mee bezig zijn en welke behoeften ze hebben’
In juni trad Erik Kohlenberg toe tot de Commissie van Toezicht van Stichting RINIS. Als manager informatievoorziening bij UWV neemt hij veel ervaring met gegevensuitwisseling mee. In zijn nieuwe rol wil hij die ervaring inzetten om RINIS verder te helpen in een snel veranderend technologisch landschap.

Waarom ben je lid geworden van de Commissie van Toezicht? Wat spreekt je aan in deze rol?
“Ik ken RINIS al vanaf het prille begin. Toen ik bij het GAK, de voorloper van UWV, werkte aan projecten rondom gegevensuitwisseling, werkte ik al intensief samen met RINIS. Bijvoorbeeld tijdens de overgang van papieren naar elektronische communicatie met zorgverzekeraars. Het was destijds een kleine, maar zeer deskundige organisatie en ik heb altijd met veel plezier met ze samengewerkt. Toen een oud-commissielid van UWV mij vroeg of een rol in de Commissie van Toezicht iets voor mij zou zijn, voelde dat als een logische stap. Ik ben nu 57 jaar en heb meer dan 20 jaar managementervaring in IT en gegevensuitwisseling. Die kennis wil ik graag inzetten om RINIS verder te helpen.”
Wat zijn je belangrijkste aandachtspunten binnen de Commissie van Toezicht?
“Ik heb deels ook een juridische achtergrond, dus ik kijk extra goed naar de contracten. Bijvoorbeeld naar hoe je samenwerkingen goed kunt vastleggen of duidelijke afspraken over informatiebeveiliging kunt maken. Een ander focuspunt van mij is het contact met de deelnemers. Door goed naar hen te luisteren kan RINIS écht van toegevoegde waarde zijn. Je moet weten waar deelnemers mee bezig zijn en welke behoeften ze hebben. Dan kun je daar beter op inspelen. De deelnemers verschillen van elkaar – de vreemdelingenketen waarbinnen Justitie opereert is heel anders dan de schuldenketen waar SZW in zit – maar er zijn ook veel overeenkomsten. Zo is RINIS bezig met het automatiseren van de testen en weet ik dat ook andere organisaties dat doen. Ik adviseer dan ook om daarover contact te zoeken of een kennisnetwerk op te zetten. Een andere mooie bijkomstigheid van nauwer contact met deelnemers is dat RINIS dan ook zichtbaarder wordt. Binnen UWV zijn er een paar onderdelen die nauw met RINIS samenwerken, maar er zijn ook nog organisatieonderdelen die niet precies weten wat RINIS doet. Ik vermoed dat dat bij andere deelnemers ook zo is en dat is natuurlijk zonde.”
Welke maatschappelijke of technologische ontwikkelingen volg jij als toezichthouder met extra interesse?
“Anno 2024 is gegevensuitwisseling steeds meer real-time. Vroeger leverden we gegevens aan in grote batches, maar tegenwoordig willen we alles direct en up-to-date hebben. Dit geldt niet alleen binnen Nederland, maar ook op Europees niveau. OOTS is daar natuurlijk een mooi voorbeeld van. Organisaties vertrouwen steeds meer op centraal opgeslagen data en proberen zo min mogelijk zelf op te slaan. De AVG werpt daar ook barrières voor op is. Het zou goed zijn als we straks helemaal geen grote datasystemen meer hebben. Het alternatief is dat iedereen een persoonlijke kluis heeft met diens gegeven en zelf mag bepalen met wie hij of zij die deelt. Maar voorlopig zijn we daar nog niet."
Van welke ontwikkeling verwacht jij op korte termijn wel veel?
"Quantumcomputing is een van die opkomende technologieën waar ik enorm nieuwsgierig naar ben. RINIS is hier al een tijdje mee bezig en ik denk dat hier ook kansen voor de stichting liggen. Het kan bijvoorbeeld helpen bij het oplossen van ingewikkelde privacyvraagstukken, zoals het veilig uitwisselen van gegevens zonder dat beide partijen precies weten welke gegevens de ander zoekt.
Zo weet ik dat Justitie een oplossing heeft voor de uitwisseling van detentiegegevens met een hoog privacyrisico en UWV daar ook gebruik van wil maken. Bij detentie moet de uitkering stopgezet worden, maar de Dienst Justitiële Inrichtingen mag niet weten wie een uitkering heeft en UWV mag geen informatie van alle gedetineerden ontvangen. Wie kan dit matchen? Met de nieuwste privacy-enhancing technologieën kunnen we mogelijk meer doen om de datasets te vergelijken binnen de regels van de privacy. Dit soort technologieën kunnen ons helpen een veilige stap vooruit te zetten. En RINIS heeft de potentie om hierin een voortrekkersrol te spelen.”